Naar aanleiding van Galaten 5:16-25 en 1 Korintiërs 9:24-27.
Thema: Vrucht van de Geest: ZELFBEHEERSING
- Beken eens eerlijk: bij welk voedsel dreig jij je zelfbeheersing te verliezen?
Hoe los je dat voor jezelf op? - Wat heb jij jezelf juist met hulp van zelfbeheersing eigen kunnen maken?
- Paulus roept ons op te wandelen in de Geest. Waaraan denk je bij zelfbeheersing en wandelen in de Geest, waartoe Paulus ons oproept? Als je weleens je zelfbeheersing hebt verloren, kun je dan zeggen dat je op dat moment niet in de Geest wandelde?
- Hoe verhouden het werk van de Geest en je eigen inspanning zich tot elkaar als het gaat om karaktervorming?
- Zelfbeheersing is van groot belang omdat we allemaal last hebben van de zeven ondeugden: hoogmoed, afgunst, toorn, luiheid, gierigheid, gulzigheid en onkuisheid. Herken je dat?
- Wat zijn jouw weerstanden tegen zelfbeheersing en discipline als onmisbare voorwaarde voor een groeiend geestelijk leven?
Lees nog eens 1 Korintiërs 9 vers 23-27
- Naar aanleiding van vers 26: Roept dit vers herkenning op in je eigen geloofsleven?
- Naar aanleiding van vers 27: Is dit niet in strijd met ‘rechtvaardig worden door geloof’?
Lees: Galaten 5 vers 16-25 - Naar aanleiding van vers 17: Wat de Geest verlangt, is in strijd met onszelf’ Klopt dit met jouw beleving? Vergelijk de ‘gevolgen van het eigen vlees’ eens met de ‘vrucht van de Geest.’ Kun je rijtjes maken vanuit de regel: ‘dit moet weg, zodat het andere kan groeien!’?
- Is geloven bij jou meer zelfbeheersing of juist meer zelfexpressie?
- Ken je de negen eigenschappen van de vrucht al uit het hoofd?
- Wat kun jij er zelf aan doen om doelgericht(er) te geloven?